Afhankelijk van het vruchtbaarheidsprobleem zijn er verschillende behandelingen mogelijk. Het fertiliteitscentrum bepaalt welke behandeling aangewezen is. Mogelijke behandelingen zijn:
- Cyclus monitoring en geplande seksuele betrekkingen: het verloop van de menstruatiecyclus van de vrouw wordt hierbij nauwkeurig opgevolgd. Dit gebeurt via een echo-onderzoek en bloedafname. Zo kan men vaststellen wanneer er een eisprong plaatsvindt en wanneer de vrouw het meest vruchtbaar is. Want dat is het beste moment voor seksueel contact als je zwanger wil worden.
- Ovulatie-inductie: door het toedienen van hormonen wordt de eicelrijping gestimuleerd waardoor er een eisprong komt. Dit is het meest gunstige moment voor seksueel contact.
- Kunstmatige inseminatie, ook kunstmatige bevruchting of intra-uterine inseminatie (IUI) genoemd.
- In-vitrofertilisatie (IVF) of intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)
- Chirurgische ingreep bijvoorbeeld om weefsel rond de eileiders of een vleesboom in de baarmoeder te verwijderen.
- Gebruik van donorzaad of donoreicellen, als er geen eigen zaad- of eicellen zijn, of ze zijn van slechte kwaliteit dan kan gebruik maken van zaad of een eicel van een donor een optie zijn. Bij kunstmatige inseminatie kan donorzaad gebruikt worden. Bij IVF/ICSI kunnen een donoreicel en/of donorzaad worden gebruikt.
- Is het zelf dragen van een zwangerschap niet mogelijk omwille van medische problemen, dan kun je draagmoederschap overwegen. In dat geval ondergaat de draagmoeder de vruchtbaarheidsbehandeling.