We hebben allebei een groot hart voor kinderen. In onze jonge jaren waren we samen begeleider in het jeugdwerk waar we vakantiekampen begeleidden voor kinderen met een kwetsbare achtergrond en later deden we werkervaring op in het onderwijs en de bijzondere jeugdzorg. Het stond dan ook vast dat we een gezin met twee of drie kinderen zouden hebben.
Maar het liep anders. Zwanger worden ging niet vanzelf. Na enkele maanden zetten we de stap naar kunstmatige inseminatie. Zes pogingen liepen op niets uit. En ook de zes cycli via IVF en ICSI bleven zonder resultaat. Het was een lange lijdensweg waarbij eerst cystes werden vastgesteld en nadien endometriose. Ik onderging verschillende operaties om de endometriose te behandelen. Enkele keren tijdens het fertiliteitstraject werd ik zwanger, maar telkens liep het na enkele weken opnieuw fout.
Op zeker moment tijdens ons fertiliteitstraject kregen we interesse in pleegzorg. We woonden een info avond bij en er kwam een screener van de pleegzorgdienst bij ons thuis voor een gesprek. Maar het voelde op dat moment niet helemaal goed. We hadden toen te veel vragen en onzekerheden. Hoe zouden we de komst van een pleegkind kunnen combineren met alle fertiliteitsbehandelingen? Was dat wel haalbaar?
Ook adoptie kwam in die periode ter sprake. We bekeken de mogelijkheden maar net op dat moment kwam er een adoptie-stop. Buitenlandse adoptie zagen we sowieso niet echt zitten omdat er zoveel wantoestanden zijn geweest in het verleden.
Ook al wisten we dat onze kans klein was en ook al wisten we dat we alle behandelingen zelf zouden moeten betalen, we wilden het nog één kans geven.
Na de zesde IVF-poging was de endometriose in alle hevigheid terug. Een nieuwe chirurgische ingreep drong zich op. Het werd deze keer een zeer zware operatie die alles bij elkaar zo’n tien uur duurde. Het was net na de eerste coronapiek waarbij de eerste zorgen opnieuw werden opgestart. Dit maakte het extra moeilijk want ik lag niet op de afdeling fertiliteit maar op de afdeling oncologie en ik mocht maar twee keer op die week een half uurtje bezoek ontvangen. Stef heeft me ook aan de deur moeten afzetten en mocht niet mee naar binnen. Na de operatie volgde een lange herstelperiode met veel complicaties.
Wanneer ik er eindelijk bovenop was, besloten we om er nog één keer voor te gaan. Ook al wisten we dat onze kans klein was en ook al wisten we dat we alle behandelingen zelf zouden moeten betalen, we wilden het nog één kans geven. Acht weken lang was ik zwanger. ‘s Middags zagen we bij de gynaecoloog het hartje kloppen, maar ‘s avonds kreeg ik een miskraam. Zo kwam ook aan onze laatste poging een einde. Ik voelde toen zowel fysiek als emotioneel dat het op was. Mijn grens was bereikt.
Enkele maanden later namen we het idee van pleegzorg opnieuw op. We voelden dat we er deze keer wel klaar voor waren. We schreven ons in voor een vormingstraject en screening. Tot ons ongeduld was het ook hier wachten. Tussen onze eerste aanmelding en de start van het vormingstraject verliepen opnieuw verschillende maanden.
Bij de pleegzorgdienst leefde de angst dat we de ouders van een pleegkind niet genoeg ruimte zouden geven.
Eens gestart vonden we de vormingsavonden wel boeiend. Zo moesten we inleefoefeningen doen waarbij we ons beter konden voorstellen hoe een pleegkind zich moet voelen wanneer het uit huis wordt geplaatst. De laatste avond van het vormingstraject is er een panel van verschillende betrokken partijen. Er komt een jeugdrechter praten, maar ook een pleegkind, een ouder en een pleegouder. Wij als kandidaat-pleegouders mochten dan onze vrienden en familie meebrengen. Op die manier worden zij ook van bij de start betrokken bij pleegzorg. De meeste kandidaat-pleegouders brachten één of twee personen mee, maar wij waren met twaalf personen. Het was fijn om zoveel steun vanuit onze omgeving te ervaren.
Tijdens de gesprekken thuis, kwam onze kinderwens verschillende keren ter sprake. Bij de pleegzorgdienst leefde de angst dat we de ouders van een pleegkind niet genoeg ruimte zouden geven. Dat kwam uiteindelijk ook als aandachtspunt in het verslag dat over ons werd opgesteld aan het eind van de screening. Wij kunnen ons voorstellen dat dit voor sommige mensen met een grote kinderwens een aandachtspunt is, maar voor ons is dat niet het geval.
De vorming en screening waren afgerond in januari. En dan was het wachten op een telefoontje van de pleegzorgdienst. In februari kwam een eerste telefoontje waarbij ons een kindje werd beschreven. Het was echter een kind met niet alleen een zware emotionele rugzak, maar ook een grote medische zorgnood. We hebben dit overwogen maar uiteindelijk met pijn in het hart besloten dat dit te zwaar was voor ons.
Dan was het opnieuw wachten. Pas in juni kwam een volgend telefoontje. Deze keer kregen we het verhaal van Fonne, een jongetje van op dat moment elf maanden oud. Hij was graag gezien door zijn ouders, maar beiden hadden een mentale beperking. Ondanks de begeleiding bleek het niet verantwoord om het kind bij de ouders te laten opgroeien. Drie maanden na zijn geboorte was hij al in een crisispleeggezin opgenomen. Crisispleegzorg is bedoeld voor een tweetal weken, maar Fonne is er uiteindelijk negen maanden gebleven.
We zijn nu negen maanden verder en we kunnen ons het leven zonder Fonne niet meer voorstellen.
We wisten meteen dat dit een verhaal was dat aansloot bij ons. Er volgde een kennismaking met Fonne en zijn ouders en met de pleegzorgbegeleider. De klik was er meteen tussen alle partijen. De weken daarop zijn we meermaals bij het crisispleeggezin op bezoek geweest. We wilden Fonne leren kennen, maar we kregen op die manier ook veel informatie mee van het crisispleeggezin. Fonne kwam ook enkele keren bij ons op bezoek.
Tot hij in augustus echt bij ons kwam wonen. We zijn nu negen maanden verder en we kunnen ons het leven zonder Fonne niet meer voorstellen. Hij heeft zich helemaal gehecht aan ons en omgekeerd. Het contact met zijn ouders loopt ook heel goed. We merken dat ze hem echt graag zien en ook inspanningen doen om hem te bezoeken. Om de twee weken is er bezoek op de pleegzorgdienst. Dat is een keer met mama en een keer met papa, want de ouders van Fonne zijn ondertussen niet meer samen. Dat vergt dus wel een inspanning van ons om Fonne telkens te brengen en op te halen. Gelukkig kunnen we rekenen op onze ouders om eens bij te springen. We geven ook op andere manieren een plaats aan de ouders van Fonne. Zo staat er een foto van mama en van papa op zijn slaapkamer. Elke avond wuift hij een kusje naar de foto’s voor hij gaat slapen. We vinden het ook evident om met de ouders te overleggen over de schoolkeuze die eraan komt. We zien het opvoeden van Fonne als iets wat we gezamenlijk doen. Fonne heeft twee paar ouders. Dat is ook niet zo ongewoon. Veel kinderen hebben meerdere personen die een ouderrol opnemen, zoals plusmama’s en pluspapa’s.
We zien het opvoeden van Fonne als iets wat we gezamenlijk doen. Fonne heeft twee paar ouders.
Onlangs is Fonne gedoopt. Dat was een heel mooi moment. We hebben hem met z’n vieren vastgehouden boven de doopvond. Er was ook heel veel familie van ons aanwezig. Voor de ouders van Fonne heeft het deugd gedaan om te zien dat hun zoon in een warme en hechte familie is terecht gekomen. Het liefst van al zouden de ouders ook bij ons komen wonen! Dat kan natuurlijk niet, maar het is wel zo dat we niet alleen voor Fonne zorgen, we zorgen in zekere zin ook voor zijn mama en papa.
Ons leven draait nu rond een kind dat onze zorg, aandacht en liefde nodig heeft. En we doen er alles aan om hem dat te geven.
We hebben met Fonne het lotje uit de loterij gewonnen. Dat mag ook wel eens, dat het een beetje meezit voor ons. Is onze kinderwens nu ingevuld? Niet helemaal. Dat kan ook niet en dat is ook niet de verwachting van pleegzorg. Er zit nog altijd een doosje met verdriet vanbinnen. Af en toe gaat dat doosje nog eens open, maar het overheerst ons dagelijks leven niet meer.
En tegelijk komt de pleegzorg voor Fonne voor een groot stuk wel tegemoet aan onze kinderwens. Ons leven draait nu rond een kind dat onze zorg, aandacht en liefde nodig heeft. En we doen er alles aan om hem dat te geven.