Kunstmatige inseminatie is een vruchtbaarheidsbehandeling die wordt gebruikt bij:
Bij heterokoppels met vruchtbaarheidsproblemen is kunstmatige inseminatie vaak de eerste behandeling die wordt geprobeerd. Leidt dit na een aantal pogingen niet tot een zwangerschap of tonen onderzoeken aan dat kunstmatige inseminatie weinig kans op slagen heeft, dan kunnen andere behandelingen worden voorgesteld zoals IVF of ICSI.
Bij alleenstaande vrouwen en lesbische koppels is er eigenlijk geen vruchtbaarheidsprobleem in medische zin. Ze kloppen bij het fertiliteitscentrum aan omdat er geen mannelijke partner is en ze zwanger willen worden met donorsperma. Het donorsperma wordt via kunstmatige inseminatie in de baarmoeder gebracht in de hoop dat er een zwangerschap ontstaat.
Hoewel een vruchtbaarheidsprobleem niet de reden is waarvoor een alleenstaande vrouw of lesbisch koppel aankloppen bij het fertiliteitscentrum wil dat niet zeggen dat kunstmatige inseminatie meteen zal leiden tot een zwangerschap. In principe geldt het normale slaagpercentage van kunstmatige inseminatie. Soms wordt gaandeweg ontdekt dat zwanger worden toch niet zo vlot lukt en er misschien ook een vruchtbaarheidsprobleem is. Een andere behandeling zoals IVF kan dan worden voorgesteld.
Sommige lesbische koppels kiezen ervoor dat de ene vrouw zwanger wordt, maar dat een eicel van de andere vrouw daarvoor wordt gebruikt. Dit kan niet met kunstmatige inseminatie, wel via IVF.