IVF of in-vitrofertilisatie waarbij gebruik gemaakt wordt van sperma van een donor, en niet het sperma van de mannelijke partner bij een heterokoppel.
Bij IVF gebeurt de bevruchting buiten het lichaam van de vrouw.
De eicellen en het sperma van de donor worden in het laboratorium samengebracht in een petrischaaltje in de hoop dat er een bevruchting plaatsvindt. Na 12 à 24 uren is duidelijk of er een bevruchting is gebeurd en er één of meerdere embryo’s zijn ontstaan. Als er na een paar dagen minstens één embryo is van voldoende kwaliteit, dan kan dit in de baarmoeder worden ingebracht in de hoop dat het zal innestelen en er een zwangerschap ontstaat.