Menu

Een vrouw wordt zwanger wanneer haar eicel bevrucht wordt met een zaadcel van een man, nadat ze onbeschermde seks hadden.  

Vrouwen hebben eicellen in hun eierstokken, waarvan er elke maand eentje ‘springt’ en zich naar de eileider verplaatst. Dit heet de ‘eisprong’ of ‘ovulatie’. Op dat moment in je menstruele cyclus ben je als vrouw het meest ‘vruchtbaar’. Dat is zo’n twee weken voor je menstruatie.

Meer informatie over de menstruele cyclus kun je vinden op www.allesovervruchtbaarheid.be 

Mannen maken in hun teelballen continu zaadcellen, die vervolgens vijf dagen overleven in ‘sperma’. Wanneer een man en een vrouw onbeschermde seks hebben, lost de man sperma en bewegen de zaadcellen zich ook naar de eileider. 

Daar kunnen de zaadcel en de eicel mekaar ontmoeten en samensmelten. De eicel is dan ‘bevrucht’. De bevruchte eicel wordt nadien door de trilhaartjes in de eileider verder geduwd naar de baarmoeder. Tijdens dit traject splitst de bevruchte eicel zich in meerdere cellen. Men spreekt dan van een ‘embryo’. Nadat dit embryo zich ingenesteld heeft in de baarmoeder, wordt in het bloed en de urine van de vrouw zichtbaar dat zij zwanger is. Het embryo zal nadien uitgroeien tot foetus en uiteindelijk een kind.