Dat verschilt heel erg van persoon tot persoon. Heel wat factoren kunnen dit beïnvloeden zoals het vruchtbaarheidsprobleem en de voorgestelde behandeling.
Er wordt gesproken over een fertiliteitstraject. Dat wil zeggen dat er wordt vanuit gegaan dat er niet één maar meerdere behandelingen nodig zijn. Niemand kan voorspellen hoeveel behandelingen er in een specifieke situatie nodig zullen zijn.
Meestal wordt er gestart met de minst ingrijpende behandeling, zoals hormoonstimulatie en kunstmatige inseminatie. Wanneer dit na enkele cycli niet tot een zwangerschap leidt, wordt er overgegaan tot IVF of ICSI, eventueel met een donoreicel of donorzaad. In de loop van het proces kan er bijkomend onderzoek gebeuren om te bepalen wat de meest geschikte behandeling zou kunnen zijn.
De kans op slagen bij IVF of ICSI na drie cycli is ongeveer 75% voor vrouwen tot 36 jaar. Boven die leeftijd wordt de kans op slagen kleiner. Tussen twee behandelingen door moet er minimaal één cyclus verlopen om de eierstokken tot rust te laten komen.
Het kan dus enkele maanden of zelfs enkele jaren duren voor een vruchtbaarheidstraject tot een zwangerschap leidt. Elk traject is anders. Slaagpercentages zijn gebaseerd op gemiddelden en zeggen dus niets over jouw persoonlijke situatie. Bij de ene zal het sneller gaan, bij de andere moeizamer.
In sommige gevallen leidt het vruchtbaarheidstraject niet tot een zwangerschap. Het traject wordt dan stopgezet omwille van de leeftijd van de vrouw, of omdat het traject de fysieke, emotionele of financiële draagkracht van de wensouders te boven gaat.