Mijn partner en ik hebben een kinderwens sinds 2021. Toen zijn neefjes geboren werden, voelde het alsof onze tijd ook stilaan kwam. In augustus 2022 ben ik dan gestopt met de pil, vol goede hoop. Aangezien ik in veel dingen heel erg op mijn mama lijk, dacht ik (naïef, besef ik nu) dat het bij ons ook meteen raak zou zijn. Maar helaas…
We probeerden maandenlang, ik hield mijn cyclus nauwgezet bij met apps en ovulatietesten. Uiteindelijk gingen we naar de gynaecoloog, die zei dat we gewoon nog wat moesten “oefenen” en dat het wel vanzelf zou komen. Als het na een jaar nog niet gelukt was, mochten we terugkomen.
En ja hoor, een jaar later stonden we daar opnieuw. Toen begonnen de onderzoeken: ik liet een eileideronderzoek doen, mijn vriend bracht meerdere spermastalen binnen. De uitslag kwam hard binnen. Bij mij was alles oké, maar bij hem bleek er een te laag aantal bewegende zaadcellen te zijn – te weinig om spontaan zwanger te raken, maar nog net genoeg om een ICSI-traject te starten.
Ik hoefde geen extra onderzoeken meer te doen, enkel bloedafnames. Mijn vriend leverde opnieuw stalen in, maar opnieuw slecht nieuws: het aantal bruikbare zaadcellen was nog verder gedaald. Na een doorverwijzing naar de androloog en bijkomende onderzoeken bleef de conclusie dezelfde: afnemende hoeveelheid bewegende zaadcellen.
Toch besloten we met de fertiliteitsarts om het een kans te geven. Eind september 2024 begon ik met de medicatie. Als iemand met prikangst vond ik dat heel zwaar, maar gelukkig kon mijn geweldige schoonzus (die verpleegkundige is) me helpen.
Op de dag van de pick-up, vlak voor ik naar de operatiekamer ging, kreeg ik van de verpleging te horen dat er in de twee stalen van mijn partner géén bruikbare zaadcellen zaten. Op dat moment stortte alles in. Na de pick-up moest ik het mijn vriend zelf vertellen… en opnieuw kwam de klap hard binnen. We waren er allebei even helemaal onderdoor.
Ze haalden 8 eicellen op. Slechts 1 zaadcel vonden ze nog ergens in het staal en die gebruikten ze – zonder resultaat. Geen bevruchting. De overige 7 eicellen werden ingevroren.
Twee weken later hadden we opnieuw contact met het fertiliteitscentrum. De gynaecoloog verwees ons door naar de urologie. Mijn vriend kreeg medicatie die hij drie maanden moest nemen – met 50% kans op verbetering. Tegelijk planden ze een operatie om weefsel uit de teelballen te halen, om daar eventueel zaadcellen in te vinden.
De medicatie had geen effect. Eind april 2025 vond de operatie plaats. Ze verzamelden zes potjes weefsel. Het eerste staal werd getest: opnieuw geen bruikbare zaadcellen.
Eind mei 2025 spraken we opnieuw met onze arts. Ze stelde voor om een tweede stimulatie te starten met verse eicellen, omdat die meestal beter reageren. Tijdens die pick-up proberen ze eerst opnieuw twee verse spermastalen. Als daar niets in zit, onderzoeken ze de ingevroren weefselstalen.
Die nieuwe poging staat gepland voor eind augustus/begin september – exact een jaar na onze eerste poging.
Het afgelopen jaar was ronduit slopend. Telkens opnieuw hoop opbouwen, om dan weer neergeslagen te worden. We houden ons vast aan dat laatste sprankeltje hoop… dat er in de resterende weefselstalen wél bruikbare zaadcellen zitten.
Als dat niet zo is, betekent dat dat mijn partner nooit biologisch vader zal kunnen worden. En eerlijk? Daar zijn we op dit moment gewoon nog niet klaar voor – mentaal niet, emotioneel niet.
Magda en Frank zijn fictieve namen, maar het verhaal is echt!