Menu

Alles komt goed

Sinds 2018 hebben mijn vrouw en ik het besluit genomen om te stoppen met onze IVF/ICSI-pogingen. We hadden er toen een rollercoaster van vijf en een half jaar op zitten. Een traject van drie pick-ups, twee terugplaatsingen, hormoonbehandelingen en verschillende ingrepen. Die vijf en een half jaar zijn slopend geweest. Van hoop naar wanhoop naar weer een sprankeltje hoop. Toen ook in de derde fertiliteitskliniek de resultaten van de andere fertiliteitscentra bevestigd werden, waren we op.  

In al die jaren hebben we nooit één embryo van goede kwaliteit gehad en is mijn vrouw nooit zwanger geweest. In 2018 stonden we voor een keuze die door de medische wereld al twee jaar eerder geopperd werd: kiezen we voor eiceldonatie of niet? Hier hebben mijn vrouw en ik lang over nagedacht. Voor de experten was eiceldonatie een logische volgende stap in het traject maar voor ons was dat niet zo evident. We wilden echt zo graag een kindje dat ook genetisch van ons beiden was. Heel de discussie rond nature – nuture hebben we doorworsteld.

Sinds mijn deelname aan Taboe (Seizoen 2, aflevering 4: Mensen met een onvervulde kinderwens) ben ik in contact gekomen met de Vlaamse Vereniging voor Klinische Embryologie. Ik weet nu dat ze een heleboel schuiven hebben die ze kunnen opentrekken om medisch oplossingen te bieden om koppels of vrouwen te helpen om papa of mama te worden. 

Voor de experten was eiceldonatie een logische volgende stap in het traject maar voor ons was dat niet zo evident.

In ons geval was het enige over gebleven schuifje dat van de eiceldonatie. Maar voor ons betekende dat het einde van het medische traject. Mijn vrouw en ik hebben samen alle andere opties bekeken. Pleegouderschap, adoptie… Gelukkig dachten we hier beiden hetzelfde over. We beslisten om niet voor pleegouderschap of adoptie te gaan. Met ‘gelukkig’ bedoel ik hier dat we er hetzelfde over dachten. Ik kan me inbeelden dat wanneer de wens van de ene partner fundamenteel afwijkt van de wens van de andere partner dat het niet evident is om samen verder te gaan.  

Zolang je in het IVF-traject zit, blijf je ervoor gaan. Je hoort de alarmsignalen van de medische wereld wel, maar ze dringen niet helemaal door. Maar als je beslist om kinderloos verder te gaan, dan komt de man met de hamer. Zodra we beslisten om onze pogingen te stoppen, kwam ik in een rouwproces terecht.  

Doorheen het hele fertiliteitstraject verzamel je enkele mensen rondom je die weten hoe de vork in de steel zit. Die proberen rekening te houden met jou en die vragen naar hoe je vorige poging gegaan is. Als je beslist om te ‘stoppen’, dan stopt precies ook de aandacht en de zorg van je omgeving. Die medische mallemolen van het fertiliteitstraject heeft het voordeel dat alles voor jou gepland is. Wanneer je moet prikken, wanneer de pick-up is of de terugplaatsing. Maar dat valt allemaal weg. En ook naar je partner toe is het even wennen. Rouwen doen we allemaal anders. Ik rouwde dus ook anders dan mijn vrouw. En ik was toen bang haar kwijt geraken in dat rouwproces. Dat is gelukkig niet gebeurd. 

Ik herinner me nog dat ik in het begin heel boos was op de wereld. Waarom zag niemand hoe moeilijk dat ik het had? Waarom zag niemand dat het dochtertje dat ik in mijn hoofd zag opgroeien en waar ik plannen voor aan het maken was er nooit zou zijn? Rouwen om een verlies dat niet zichtbaar is. Ik probeerde mijn omgeving te laten inzien waar ik mee worstelde. Te overtuigen van mijn verdriet. Gelukkig heb ik op dat moment hulp gezocht bij mijn psycholoog. Ze heeft me toen een gouden raad gegeven: “Stop met energie te steken in het overtuigen van anderen opdat ze zien hoe moeilijk het voor jou is”. Het is moeilijk iets ten volle te begrijpen als je het zelf nooit hebt meegemaakt.  

Rouwen doen we allemaal anders. Ik rouwde dus ook anders dan mijn vrouw en ik was bang haar kwijt geraken in dat rouwproces

Later zou ik ontdekken dat er lotgenoten zijn die geen overtuiging nodig hebben. Die weten hoe zwaar het is. Die voelen hoe verdrietig je bent of kan zijn. Die weten welke situaties moeilijk kunnen zijn. In mijn medisch traject heb ik die lotgenoten gemist. Ik vond ze niet. Pas na mijn deelname aan Taboe merkte ik hoeveel mensen in mijn omgeving IVF-lotgenoten waren of zelfs ‘ongewenst-kinderloos’-lotgenoten. Achteraf stel ik vast dat de medische wereld ons ‘ongewenst kinderlozen’ als ‘lost to follow up’ categoriseert. Bij ons was dat immers ook zo. Na onze laatste poging hebben we de fertiliteitskliniek niets meer laten weten. We zijn gewoon geen nieuw traject meer gestart. En niemand heeft daarna de tijd gehad of moeite genomen om ons vanuit die hoek te vragen wat onze plannen waren. Pas jaren later kregen we een brief met de melding dat de termijn dat ze ons ‘materiaal’ zouden invriezen en bewaren, om was. Raar want we hebben nooit het geluk gehad iets te kunnen laten invriezen.  

Nog wat later werd mijn vrouw 42 jaar. Vanaf die leeftijd kan je geen IVF-pogingen meer terugbetaald krijgen. Hoewel we ons bij onze situatie hadden neergelegd, werd het toen nog iets definitiever.  

De eerste jaren van mijn rouwproces ben ik fel bezig geweest met ‘Wat laat ik na?’ of liever ‘Wat laat ik niet na?’, ‘Hoe zinder ik na zonder kinderen?’. Als je kinderen hebt, dragen die altijd iets van jou in zich mee. Dat kan iets lichamelijk zijn maar dat zijn ook waarden en normen. Zaken die jij via nature en nurture hebt doorgegeven. Als dat wegvalt… Wat geef ik dan door?  

Ik merk dat ik zingeving gezocht heb door quality time door te brengen met mijn nichtjes en neefjes en met onze pete- en metekinderen. Deze momenten zijn minder intens dan wat ik als ouder met mijn kind had kunnen beleven, maar toch geef ik op mijn manier kleine stukjes Jeroen, nonkel en peter door. Daarnaast probeer ik ook een ‘zichtbaar’ luisterend oor en helpende hand te zijn voor lotgenoten die op zoek zijn. Op zoek naar antwoorden op vragen zoals ‘Ben ik nu echt alleen?’, ‘Begrijpt nu echt niemand wat ik meemaak?’ en soms zelfs de gewaagde vragen zoals ‘Hoe kan het nu verder?’ of ‘Mijn opties zijn op en als ik nu verder stap, stap ik in een diepe ravijn van rouw en verdriet omdat mijn kinderwens nooit in vervulling zal gaan. Geraak ik ooit uit die put?’.  

De eerste jaren van mijn rouwproces ben ik fel bezig geweest met ‘Wat laat ik na?’ of liever ‘Wat laat ik niet na?

Ik heb mijn stukjes verhaal neergeschreven in een blog waar ik de lezer meeneem in wat me triggert. In hoe ik de spaghetti in mijn hoofd sliert per sliert wat probeer te ontwarren. In inzichten die voor mij werken. In het inzicht dat elk verhaal en elk traject uniek is. Ik schrijf vooral voor lotgenoten maar stiekem hoop ik dat anderen ook meelezen. Dat er zo een brug kan ontstaan tussen de wereld van de ongewenst kinderloze en de wereld van de papa’s en mama’s. 

In mijn weg uit het dal heb ik twee belangrijke lessen geleerd. Alles komt goed als je je omringt met mensen die zorgdragen voor jou en waar je op kan rekenen. Een tweede les is dat ik een onzichtbaar koffertje met mij meedraag. Een koffertje waar mijn ongewenste kinderloosheid inzit. Af en toe zijn er zaken die me triggeren waardoor het koffertje openspringt en iets me raakt en dat ik weer besef: “Ik ben geen papa”. Het is mijn bedoeling niet om het koffertje gesloten te houden. Als het openspringt weet ik dat er nog een sliertje van de spaghetti is dat nog niet helemaal ontward is.  

Soms kies ik er zelf voor het koffertje te openen. Vaak in gesprekken met anderen. Ik heb gemerkt dat het voor de anderen niet altijd gemakkelijk is om over het onderwerp van mijn kinderloosheid te beginnen. Ik heb het geluk dat ik best wel wat vrienden en familie heb die zorgzaam met mijn koffer omgaan. Ze proberen me niet te ‘helpen’ door veel advies te geven of de zaak te minimaliseren. Ze luisteren vooral en proberen te begrijpen wat het met me doet. Voor mij doet het deugd om af en toe over mijn verdriet en mijn proces te praten. Dat zijn momenten dat ik mijn koffertje zelf open. Ik heb ook hier losgelaten dat anderen met mijn koffertje bezig zijn. Dat is ok zo. Op dit moment ben ik perfect zelf in staat om een gesprek hierover te starten als me iets triggert. Ik zeg dan heel duidelijk waar ik nood aan heb. Vaak is dat iets in de trend van: ‘Ik wil je iets vertellen dat een enorme impact op me gehad heeft. Voor mij is het belangrijk dat je gewoon even luistert.” Er staat immers nergens op je hoofd geschreven dat je ongewenst kinderloos bent.  

Ik schrijf vooral voor lotgenoten maar stiekem hoop ik dat anderen ook meelezen. Dat er zo een brug kan ontstaan tussen de wereld van de ongewenst kinderloze en de wereld van de papa’s en mama’s. 

Vanaf het moment dat je klaar bent voor kinderen, begin je in je hoofd een toekomst uit te tekenen. In mijn geval zag ik mijn dochter opgroeien in mijn hoofd. In je hoofd bestaat dat mensje al. In je hoofd teken je dat geluk al. En gelukkig zijn. Gelukkig zijn als papa. Na al die jaren van stap voor stap uit het dal te klauteren merk ik dat ik een ander geluk aan het uittekenen ben. Ik zal dan geen papa zijn maar ik kan gelukkig zijn met vrienden en familie. Met trekjes die ik zie in mijn neefjes en nichtjes. Deze rollercoaster heeft me een verhoogde appreciatie gegeven van wat eigenlijk toch niet zo evident is in het leven. In die moeilijke periode heb ik mensen rondom me ontdekt die met zorg met me omgaan. En ook bezorgd zijn over wat ik meemaak. Mensen uit de duizend. Ik merk stukjes geluk als ik imker of in de les “Beeldatelier” mijn creatieve zelf ruimte geef. En ik heb vooral geluk dat ik mijn vrouw naast me heb waar ik stukjes geluk meepik. Een gezellig terrasje of samen genieten van de tuin. Samen bewust kiezen waar we wel en geen energie in steken. Samen blijven connecteren als even dat koffertje toch weer onverwacht openspringt. We zijn er misschien nog niet helemaal maar ik heb alleszins het gevoel “Alles komt goed”. 

Jeroen heeft een blog waar hij regelmatig schrijft over zijn ervaringen als ongewenst kinderloze man.

Hier kan je doorklikken naar de blog.