Gregory Frateur is podiumkunstenaar en tourt ook internationaal met Dez Mona, de groep waarvan hij de bezieler en frontman is. Samen met Ester koos hij voor bewust co-ouderschap. Ze waren toen beide alleenstaand en goede vrienden. Vandaag hebben ze twee kinderen, Lola (11) en Rocco (6), die ze in Antwerpen opvoeden. Intussen heeft Gregory een partner die ook actief betrokken is bij de opvoeding van de kinderen.
Mijn kinderwens is er niet altijd geweest. Maar toen ik rond mijn 28ste veel nadacht over mijn toekomst, kwam er een beeld in mij op van een gezin met kinderen. Dit bleef hangen en werd sterker, tot het zich vertaalde naar een sterk verlangen. Aanvankelijk had ik niet de behoefte om met anderen over die kinderwens te praten, maar rond mijn 30ste ben ik het dan toch beginnen delen met vrienden, de mensen die het dichtst bij mij stonden op dat moment. In mijn omgeving begonnen mensen ook kinderen te krijgen. Dat dit een deel werd van mijn realiteit versterkte mijn kinderwens.
Toen ik zeker wist dat ik papa wilde worden heb ik eerst adoptie overwogen, maar toen ik zag hoe moeilijk dat proces verliep voor een heterokoppel dat ik kende, heb ik die piste vrij snel uit mijn hoofd gezet.
Toen ik zeker wist dat ik papa wilde worden heb ik eerst adoptie overwogen, maar toen ik zag hoe moeilijk dat proces verliep voor een heterokoppel dat ik kende, heb ik die piste vrij snel verlaten. De manier waarop hun leven werd gescreend en hoe zij zeer kritisch werden benaderd, leken mij als alleenstaande man te heftig. Toen ik het idee om papa te worden al een beetje had opgeborgen, kwam via Ester een andere mogelijkheid. Ze was een goede vriendin die tot een vriendengroep behoorde waarmee we in die periode minstens wekelijks samen aten. Op een avond kwam ze met het voorstel om samen een kind te krijgen. Dat was verrassend, maar vrij snel was het voor mij duidelijk dat ik zou ingaan op het voorstel.
Ester en ik hebben veel gesprekken gevoerd over toekomstplannen, dromen en verwachtingen. We probeerden alle mogelijke situaties te bespreken. Wat zouden we bijvoorbeeld doen als één van ons naar het buitenland verhuist? Dat was een bijzondere tijd. Iets langer dan een jaar hebben we het er wekelijks over gehad. In het begin moesten we vooral elkaar leren kennen als toekomstige co-ouders. We hadden er al snel een goed gevoel bij en besloten diepgaande gesprekken te blijven voeren. Het hielp uiteraard dat we elkaar al kenden en wisten dat we op een aantal belangrijke vlakken een gelijkaardige ingesteldheid hebben.
Ons avontuur richting ouderschap voelde heel warm, dat versterkte ook onze vastberadenheid.
Als homo was ik op de hoogte van een aantal niet-heteronormatieve gezinssituaties. Zo kende ik een homokoppel dat samen met een lesbisch koppel kinderen had. Ons avontuur richting ouderschap voelde heel warm, dat versterkte ook onze vastberadenheid. We waren heel open over zowel de mooie dingen als over moeilijkere vragen. We hebben ons ook wel de vraag gesteld of we überhaupt kinderen wilden grootbrengen in deze wereld.
Ook praktische vragen bespraken we vooraf. Als artiest ben ik vaak in het buitenland. Hoe we het co-ouderschap organiseren op een manier die voor iedereen evenwichtig voelt is ook vandaag nog elke keer een uitdaging. Nieuwe levensfases van de kinderen brengen andere noden met zich mee, waardoor wat een goede regeling is ook steeds evolueert.
Aanvankelijk hebben we een poging ondernomen om alles op papier te zetten. Maar voor ons voelde dat vreemd, bijna als een breuk in het vertrouwen. We durfden dat eerst niet tegen elkaar te zeggen. Uiteindelijk hebben we de papieren verscheurd. Wij gunnen elkaar alle geluk. Tot nu toe hebben we steeds over alles kunnen praten en onze schaamte opzij kunnen zetten.
Aanvankelijk hebben we een poging ondernomen om alles op papier te zetten. Maar voor ons voelde dat vreemd, bijna als een breuk in het vertrouwen.
Om zwanger te worden lieten we ons begeleiden door een bevriende huisarts. Ook met de huisarts hebben we veel gepraat, waardoor we ons goed ondersteund voelden. We hebben een aantal pogingen moeten ondernemen, maar Ester heeft de inseminatie zelf gedaan.
Tijdens de eerste zwangerschap kwamen we vaak bij elkaar over de vloer. Toen Ester zwanger was van Rocco woonden we nog in hetzelfde huis. Ik ben steeds meegegaan naar de gynaecoloog en herinner me wel dat die man soms vreemde opmerkingen maakte. Zo zei hij met een knipoog dat we nog alles mochten doen. We hadden de situatie nochtans uitgelegd.
Ik was aanwezig bij de bevallingen, samen met Esters zus. Voor ons klopte dat. Ester heeft wel de beslissingen in verband met de bevalling genomen. Ik vind dat echt aan de vrouw die bevalt, aan niemand anders, ook al gaat het in de praktijk niet altijd zo.
Mijn huis liet het toe om elk onze eigen wooneenheid te hebben onder hetzelfde dak, dus toen Lola werd geboren zijn we gaan samenwonen. We wisten dat dit geen permanente oplossing was. Aanvankelijk was het de bedoeling om twee jaar samen te wonen, omdat we wisten dat nabijheid belangrijk is voor de hechting met een kind. Die twee jaar werden er uiteindelijk vijf. Ik heb mijn huidige partner ontmoet toen Ester zwanger was van Rocco en wij zijn dan in een ander huis vlakbij gaan wonen. Die periode is tot nu toe de moeilijkste geweest in ons verhaal. Ik was smoorverliefd en Ester ervaarde een eenzaamheid tijdens haar tweede zwangerschap, die ze bij de eerste niet gevoeld had. Ook Ester moest door omstandigheden verhuizen naar een appartement. Lola, toen 5, ervoer de veranderende situatie als een scheiding. We waren misschien beter bij ons oorspronkelijke plan om slechts twee jaar samen te wonen gebleven, want Lola heeft er toch twee jaar mee geworsteld. Intussen gaat het wel heel goed.
Rocco heeft nooit bewust geweten dat wij allemaal onder hetzelfde dak woonden.
De eerste weken van mijn relatie heb ik de zwangerschap van Ester verzwegen. Hij had geen kinderwens en als hij had geweigerd om mee te gaan in ons verhaal, zou dat uiteraard het einde van onze relatie betekend hebben. De toenadering tot de kinderen hebben we heel voorzichtig tot stand laten komen en ook het contact met Ester is geleidelijk gegroeid tot hoe het vandaag is. Mijn partner is intussen actief betrokken in de opvoeding van de kinderen. Uitzoeken hoe we dat allemaal gingen aanpakken was vaak ook heel leuk.
Heel negatieve reacties hebben ons nooit bereikt. Ester is erg close met haar familie en dat ze niet langs de traditionele weg voor een gezin koos, riep bij hen initieel veel vragen op. Dit kwam voort uit bezorgdheid en liefde. Administratief en in schoolverband ervaren wij geen specifieke drempels. Ik vraag me wel af of dat buiten de grote steden anders zou zijn. We zijn wel heel veel scholen gaan bezoeken, omdat we de klik met die omgeving voor onze kinderen heel belangrijk vinden. We hebben altijd open kaart gespeeld over ons gezin. De mensen die ons de school toonden vonden dat wel bijzonder, maar nooit was er een negatieve bijklank. De kleuterjuf van Lola had toevallig een vrouw en twee zonen. Lola had vrij vroeg al vragen en die juf had dus ervaring met hoe je over niet- heteronormatieve gezinnen praat met een kind.
Van zodra Rocco 1 jaar was zijn wij ook voor hem begonnen met de huidige co-ouderschapsregeling. Rocco is nu 6 en onlangs zei hij dat hij het jammer vond dat hij de tijd dat we allemaal onder hetzelfde dak woonden nooit bewust heeft meegemaakt. Ik legde hem uit dat hij dan één van zijn slaapkamers en één van zijn huizen zou moeten opgeven. Toen concludeerde hij dat het misschien wel leuker is zoals het nu is. Dat is zijn ‘normaal’.
De kinderen zijn 2 dagen bij ons en 3 dagen bij de mama. De weekends bekijken we week per week. Om de 6 maanden gooien we alle agenda’s bij elkaar en wordt de puzzel gelegd. Wij gaan bijvoorbeeld ook samen op reis en op weekend.
Ik vind het steeds vaker jammer dat de kinderen veel meer tijd bij hun mama doorbrengen, maar niets sluit uit dat we daar in de toekomst nieuwe oplossingen voor kunnen vinden. Ook hier is de regel dat alles bespreekbaar blijft.
Zeker toen we elk op een andere plek gingen wonen, was de uitdaging om het perspectief van de ander te zien groot. Ik zat op een roze wolk, terwijl Ester zich eenzaam voelde. We hebben toen dingen gevoeld, die we van tevoren niet hadden bedacht.
Raad geven aan anderen vind ik moeilijk. Alles hangt af van wie jullie zijn. Ester en ik zijn er vanaf het begin van uitgegaan dat wij in ons opzet zouden slagen. Het vertrouwen dat wij in elkaar hadden als toekomstige ouders was immens. Uiteraard hebben wij ook moeilijke momenten. We zijn het niet altijd eens met elkaar. Zeker toen we elk op een andere plek gingen wonen, was de uitdaging om het perspectief van de ander te zien groot. Ik zat op een roze wolk, terwijl Ester zich eenzaam voelde. We hebben toen dingen gevoeld, die we van tevoren niet hadden bedacht. De insteek die we deelden was wel altijd dat we er samen zouden uit geraken.
De verantwoordelijkheid die je deelt naar de kinderen toe is de reden om dat te blijven doen. Het ego heeft hierin eigenlijk geen plaats. Jij moet er zijn voor je kind, niet omgekeerd.
Een bewust co-ouderschap met iemand die te principieel is lijkt mij moeilijk. Het leven in het algemeen, maar zeker het ouderschap werkt niet louter op basis van principes.
Je kan niet in een avontuur stappen zoals dat van ons, als je vertrekt vanuit onzekerheid, angst of twijfel. Van alle kanten word je als ouder geconfronteerd met hoe het zou moeten. Maar de dingen moeten volgens mij vooral niet.
Een bewust co-ouderschap met iemand die te principieel is lijkt mij moeilijk. Het leven in het algemeen, maar zeker het ouderschap werkt niet louter op basis van principes. Een kinderwens maakt je ook kwetsbaar. Omdat je heel graag een kind wil, kan je geneigd zijn om te meegaand te zijn wanneer de andere wensouder zijn eisen stelt. Dat is een valkuil. Het gevoel dat er ook ruimte is bij de ander voor jouw kant van het verhaal moet er zijn. Als je te veel buigt naar de wil van de ander, wreekt zich dat sowieso. Je moet met elkaar kunnen botsen.
Voor ik kinderen kreeg, stond ik egocentrischer in het leven. Ik ben milder geworden, maar ook kritischer. Het heeft ook invloed op mijn kunst.
Ik ben blij dat ik mijn aanvankelijke plan om helemaal alleen papa te worden niet heb gevolgd. In de eerste plaats had ik dan nooit mijn beroep kunnen blijven uitoefenen op dezelfde manier. Daarmee bedoel ik niet dat het als alleenstaande onmogelijk is. Ik kan mij alleen niet voorstellen hoe ik het zou bolwerken.
Mijn familie is ook veel minder betrokken dan die van Ester bij de opvoeding van de kinderen. Ik beschik niet over hetzelfde sterke natuurlijke netwerk. Ik heb veel bewondering en ik ben ontzettend dankbaar voor de steun die we krijgen van haar familie. Onze kinderen hebben elk twee meters en twee peters, dus ook onze vrienden spelen een belangrijke rol. Eigenlijk moet je met kinderen steeds een plan B hebben, ze worden soms ziek. Zonder een sterk netwerk en familie kom je er niet.
De grootste uitdaging aan papa zijn is voor mij om ook met de kinderen alles bespreekbaar te maken. Lola denkt veel na, maar weet niet altijd even goed uit te drukken wat ze voelt. Haar het gevoel geven dat ze met ons over alles mag praten, is moeilijk. We willen haar niet onder druk zetten, maar het ook niet loslaten. We gaan deze uitdaging graag aan, elk vanuit onze kracht. Hierin zijn we complementair. Wanneer ik doorboom, kan Ester de balans herstellen.
Ik merk geen duidelijke afbakening van wat typische papa- of mama- taken zijn. Gender speelt daarin (nog) geen uitgesproken rol. Ik ga heel graag met de kinderen shoppen en draag wel eens hoge hakken op het podium.
Mensen mogen het er moeilijk mee hebben, maar het kan dus wel werken en je kan het ook niet tegenhouden.
Wanneer ter sprake kwam dat mama misschien ook wel een partner zou willen, zei Lola dat ze al twee papa’s heeft en er geen derde nodig heeft. Dat soort dingen zegt ze eerder tegen mij, maar dat komt omdat ze haar mama niet wil kwetsen. Omgekeerd zijn er thema’s die ze liever met haar mama bespreekt. Maar algemeen zijn we als co-ouders heel goed op de hoogte van wat er zich in de levens van onze kinderen afspeelt.
In mijn omgeving zie ik dat er meer en meer gezinnen zijn die op een niet- heteronormatieve manier vorm krijgen. Ik ben ervan overtuigd dat daarover spreken bijdraagt aan de zichtbaarheid van de mogelijkheid om het anders te doen. Het stigma kan op die manier verminderen. Mensen mogen het er moeilijk mee hebben, maar het kan dus wel werken en je kan het ook niet tegenhouden.