Dat is theoretisch mogelijk, maar hoe groter het aantal betrokken personen, hoe complexer de praktische en juridische uitdagingen.
“Ouderschap” kan verschillende betekenissen hebben. Niet elke vorm van ouderschap kan je delen met meer dan twee personen.
Biologisch ouderschap verwijst naar de genetische link. De mensen wiens zaad- en eicellen werden gebruikt, zijn de biologische ouders. Met hen deelt het kind zijn DNA.
Sociaal ouderschap betekent: wie wordt gezien als de ouder door het kind zelf? Door de buitenwereld? Wie neemt de zorgende rol op zich?
Je kan ervoor kiezen de zorg voor het kind te delen. Je kan een co-ouderregeling maken die voor iedereen werkt. Natuurlijk liefst met het oog op een stabiele situatie voor het kind.
Naar de buitenwereld kan je ook communiceren dat een kind meerdere ouders heeft. De verwachtingen en wensen van alle betrokkenen op elkaar af te stemmen is daar de boodschap. In tegenstelling tot het biologische en juridisch ouderschap, kan het sociaal ouderschap opgenomen worden door meer dan twee personen.
Het juridisch ouderschap bepaalt de naam, afstamming- en erfenisrechten van het kind en ook het ouderlijk gezag. Enkel een juridische ouder kan:
Het juridisch ouderschap uitklaren met hulp van een jurist is belangrijk. Ons burgerlijk wetboek bepaalt dat een kind maximaal 2 juridische ouders heeft.
In beginsel is de geboortemoeder de juridische moeder.
Als de geboortemoeder gehuwd is, wordt haar echtgenoot of echtgenote automatisch de wettige vader of meemoeder.
Als de geboortemoeder niet gehuwd is, kan een tweede persoon wettelijke ouder worden via een erkenning.