Menu

Een behandeling met ICSI verloopt op dezelfde manier als een behandeling met IVF voor de wensouders. Enkel de techniek om tot bevruchting te komen verschilt.

De behandeling met ICSI verloopt in verschillende fasen:

 Stimulatie van de eierstokken

Met hormooninspuitingen worden de eierstokken gestimuleerd om meerdere eicellen tegelijk te laten rijpen. De inspuitingen kunnen thuis toegediend worden, je kan dit zelf doen of er kan een verpleegster langskomen. Op afgesproken dagen ga je langs in de kliniek voor bloedonderzoek en echografie. Zo wordt de rijping van de eicellen opgevolgd.  

Eicel pick-up

Dit wordt ook wel eicelaspiratie genoemd. Na een tiental dagen van hormonale behandeling zijn de eicellen rijp. Op dat moment ga je naar de fertiliteitskliniek waar de eicellen weggenomen worden. De eicellen worden verzameld met een fijne naald die via de vagina wordt ingebracht. De punctie wordt via een echografie op beeld gevolgd. Dit gebeurt onder lichte of lokale verdoving. 

Productie van het spermastaal

Als het zaad van de eigen partner wordt gebruikt, dan zorgt hij op de dag van de eicel pick-up voor een spermastaal. De meest beweeglijke spermacellen worden geselecteerd. In sommige gevallen kunnen zaadcellen uit teelbalweefsel van de partner worden gehaald via testiculaire sperma extractie (TESE). 

Als er geen (mannelijke) partner is of als de zaadcellen van de partner van te slechte kwaliteit zijn, kan er worden gewerkt met donorsperma. De fertiliteitskliniek zorgt in dat geval dat er een spermastaal is van een donor. 

ICSI

Elke eicel wordt afzonderlijk geïnjecteerd met één zaadcel. Nadien gaan de geïnjecteerde eicellen in de broedstoof, waar ze op de juiste temperatuur worden gehouden. Na 12 tot 24 uur kan de embryoloog zien of er een bevruchting heeft plaatsgevonden. Het embryo of de embryo’s blijven drie tot vijf dagen in de broedstoof. Hun ontwikkeling wordt opgevolgd. Daarna kan een onderscheid worden gemaakt tussen embryo’s van goede en van minder goede kwaliteit. 

Terugplaatsing in de baarmoeder

Dit wordt ook embryotransfer genoemd. Met een fijn buisje wordt een embryo (of twee of drie embryo’s) opgezogen en via de vagina in de baarmoeder gebracht. Dan is het afwachten of het embryo zich innestelt in de baarmoeder.  

Zwangerschapstest

Een tweetal weken na de terugplaatsing wordt er bloed afgenomen voor een zwangerschapstest.